Wat moet je doen als het bedrijf failliet gaat?

 

Wat is een faillissement en hoe verloopt het?

Faillissement is een gerechtelijk beslag op het gehele vermogen van een schuldenaar (de failliet) ten behoeve van zijn gezamenlijke schuldeisers. De schuldenaar verliest de zeggenschap over het vermogen door een faillissement. Zowel een rechtspersoon (zoals een BV.) als een natuurlijk persoon (zoals een eigenaar van een eenmanszaak) kan failliet worden verklaard. Iemand kan alleen failliet verklaard worden als er minstens twee schulden en twee schuldeisers zijn en wanneer de failliet gestopt is met betalen van zijn schulden

 

Het verloop van een faillissement bestaat uit een aantal stappen:

  • Aanvraag en faillietverklaring
  • Beheer door de curator
  • Opheffing wegens gebrek aan baten
  • Verificatievergadering
  • Akkoord
  • Vereffening en uitdelingslijst

 

Een faillissement kan worden aangevraagd door drie verschillende partijen:

  1. Een schuldeiser die een vordering heeft die niet wordt betaald
  2. Een schuldenaar die zijn schulden niet kan betalen
  3. Het Openbaar Ministerie

 

Faillietverklaring

 

Op verzoek schuldeisers

Een verzoek tot faillissement moet worden ingediend door tussenkomst van een advocaat en kan door de rechtbank worden ingewilligd als aan de onderstaande voorwaarden is voldaan:

  • Er moeten tenminste twee schuldeisers zijn
  • Er moeten twee schulden zijn waarvan er tenminste een opeisbaar is
  • De schuldenaar is opgehouden met betalen

 

 

Op eigen verzoek

Wanneer je als schuldenaar niet langer je schulden kunt betalen, kun je er ook voor kiezen jezelf of je BV failliet te laten verklaren. Wil je je eigen faillissement aanvragen, dan heb je daarvoor geen advocaat nodig. Je kunt dan het beste telefonisch een afspraak maken met de griffier van de afdeling insolventie van de rechtbank om aangifte van je faillissementsaanvraag te komen doen. Over de stukken, die daarvoor nodig zijn, zal de griffier je informeren.

 

Curator

Vanaf het moment van de faillietverklaring verliest de schuldenaar het beheer over zijn vermogen en kan er dus niet meer over beschikken. De curator wordt door de rechtbank aangesteld en is de enige die handelend mag optreden. De curator heeft inzicht tot alle correspondentie.

 

Opheffing wegens gebrek aan baten

De meest voorkomende vorm van een faillissement in Nederland is een opheffing wegens gebrek aan baten. ‘Baten’ is het geld dat voor iets ontvangen is of ontvangen had moeten worden.

 

Verificatievergadering

Als de curator de lijst van de schuldeisers rond heeft, nodigt hij alle schuldeisers uit voor een verificatievergadering. De bedoeling van die vergadering is een definitieve lijst vast te stellen van de vorderingen die erkend worden en van de volgende waarin deze vorderingen zullen worden voldaan.

Als het faillissement niet door de curator is opgeheven en als er geen opheffing wegens gebrek aan baten is, vindt er een verificatie plaats, een onderzoek om na te gaan of de vorderingen van de schuldeisers juist zijn. Op zo’n vergadering worden alle vorderingen doorgenomen. Als de partijen het niet eens worden over een vordering moet de rechter erover beslissen. 

 

Akkoord

Bij een akkoord biedt de schuldenaar aan een deel van zijn schulden af te betalen. In ruil hiervoor zal hij totale kwijtschelding ontvangen. Tijdens een faillissement mag de schuldenaar dit maar één keer aanbieden.

 

Voor of tijdens de verificatievergadering kan de failliet zijn schuldeisers een akkoord aanbieden

(art. 138 fw). Dit betekend dat de failliet zijn schuldeisers aanbiedt om een bepaalde deel van hun vorderingen te betalen in ruil daarvoor moeten zij hem de rest van de schulden kwijtschelden. Een akkoord kan aantrekkelijk zijn voor de schuldeisers omdat zij bij een akkoord meestal een groter deel van hun vordering uitbetaald krijgen dan bij uitbetaling tijdens het faillissement. Voor de failliet is een akkoord ook aantrekkelijk omdat zijn bezittingen dan niet worden verkocht. Bovendien heeft hij na het akkoord geen schulden meer, terwijl dat na een faillissement meestal wel het geval is. Er gelden twee voorwaarden voor een akkoord. Om te beginnen moet een ruimte meerderheid van de schuldeisers instemmen met het akkoord als dat is gebeurd. Moet het akkoord door de rechtbank worden bekrachtigd. Dit wordt de homologatie van het akkoord genoemd. Na de homologatie zijn ook de schuldeisers die niet instemden            met het akkoord, aan het akkoord gebonden. De homologatie betekend ook het einde van het faillissement.

 

 

 

 

 

Vereffening

Wanneer er geen akkoord is aangeboden of als het akkoord niet is goedgekeurd, treedt de zogenoemde ‘staat van insolventie ‘in. Insolventie betekent ook wel onvermogen. De curator gaat in dit geval verder tot afwikkeling van het faillissement. De boedel wordt verkocht en de opbrengst wordt verdeeld onder de schuldeisers. Dat gebeurd in de volgorde die tijdens de verificatievergadering is vastgesteld. Deze volgorde is belangrijk, want in bijna geen enkel faillissement is he mogelijk alle schuldeisers te betalen.

 

Uitdelingslijst

De curator maakt aan het eind van het faillissement een uitdelingslijst op. Hierin staan:

  • De schuldeisers en de omvang van de vorderingen
  • Het bedrag dat aan de schuldeisers zal worden uitbetaald
  • De ontvangsten in het faillissement
  • De uitgaven in het faillissement

 

Buitenlands bezit

De werking van een Nederlands faillissement beperkt zich niet alleen tot het vermogen in Nederland. Ook buitenlands vermogen valt onder het faillissement.

 

 

De twee fasen in het faillissement

1 Conservatoire fase

De eerste fase van het faillissement is erop gericht de bezittingen van de failliet vast te houden. Door de faillietverklaring verliest de failliet de zeggenschap over zijn vermogen. Het wordt als het ware bevroren, zeker gesteld ten behoeve van de schuldeisers. Deze conservatoire fase wordt afgesloten met de verificatievergadering. Tijdens die vergadering presenteert de curator een overzicht van het aantal schuldeisers en van de hoogte van hun vorderingen. Als de schuldeisers instemmen met dit overzicht treedt de tweede fase van het faillissement in.

 

 2 Executoriale fase

In deze fase is alles erop gericht de bezittingen van de failliet te verkopen en de opbrengst zo eerlijk mogelijk te verdelen. Deze executoriale fase noemt men ook wel de staat van insolventie.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Schuldsanering natuurlijke personen

Een faillissement kan jaren later nog diep ingrijpen in het leven van mensen. Want ook na het einde van het faillissement blijven de schulden die niet zijn afgelost, openstaan. Gaat de ex-failliet weer iets verdienen, dan melden de schuldeisers zich ook weer onmiddellijk. Om te voorkomen dat privépersonen hun verdere leven met die schulden blijven zitten, biedt de faillissementswet een speciale regeling: de schuldsanering voor natuurlijke personen.

 

De regeling is bedoeld voor natuurlijke personen (en ondernemers met een eenmanszaak) die in een uitzichtloze schuldsituatie zitten. Als een faillissement dreigt, kan de schuldenaar zelf de rechtbank verzoeken voor hem een schuldsaneringsregeling te treffen als de rechter op dit verzoek ingaat, legt hij de schuldenaar en periode van drie jaar op waarin hij van de sociaal minimum moet leven. Heeft of krijgt de schuldenaar meer geld, dan moet hij daarmee zijn schulden aflossen.

 

In de uitspraak waarin de schuldsanering wordt opgelegd, word ook een bewindvoerder benoemd die toezicht houdt op de naleving van het schuldsaneringsplan. Houdt de schuldenaar zich in de saneringsperiode aan de afspraken, dan worden de nog openstaande schulden aan het einde van de periode door de rechtbank kwijtgescholden en kan de schuldenaar dus met een schone lei opnieuw beginnen

 

Uitstel

Als een schuldenaar tijdelijk krap bij kas zit en zijn schuldeisers niet kan betalen, kan de schuldenaar de rechtbank uitstel van betaling vragen. Vaak gebeurt dit met de bedoeling een faillissement te voorkomen. Als de schuldenaar inderdaad uitstel krijgt, heeft hij meer tijd om de schuldeisers te betalen. Want voor de periode dat de schuldenaar uitstel van betaling krijgt, kunnen zijn schuldeisers hem niet dwingen om zijn schulden te betalen. Ze kunnen geen beslag leggen op zijn vermogen en gedurende een uitstel neemt de rechtbank ook geen verzoek tot faillietverklaring in behandeling.

 

Het uitstel is erop gericht de financiële toestand van de schuldenaar even te bevriezen zodat hij enige tijd krijgt om iets meer vermogen bij elkaar te halen en zijn schuldeisers te betalen. De rechtbank benoemt een bewindvoerder die samen met de schuldenaar zijn vermogen beheert. Uitstel wordt voor maximaal 18 maanden verleend. Deze periode kan door de rechtbank telkens met 18 maanden worden verlengd. Overigens loopt in d praktijk bijna elke uitstel van betaling uit op een faillissement.